in Ecuador

We passeren de grens met Ecuador, en komen na een half uurtje rijden, door bananenplantages, aan in Machala. Hier valt onmiddellijk het verschil met een gemiddelde stad in Peru op: de heksenketel met permanent toeterende, krakkemikkige taxi's en tuktuks, schreeuwende verkopers, walmende bussen en fluitende agenten heeft hier plaatsgemaakt voor een zee van rust. Een recent wagenpark zoeft hier door de straten. Ook de huizen en de mensen zien er beter uit; dit land lijkt een stuk welvarender. Schijn bedriegt ook hier weer: het inkomen per hoofd is hier lager dan in Peru ! Het zal dus oneerlijker verdeeld zijn ( wat later wel bevestigd wordt als je de mensen uit de bergen ziet ).
We rijden verder het binnenland in, en komen in een landschap dat op Zwitserland lijkt: groene alpenweides, bloemenbalkonnetjes en Milka-koeien. Zou die mooie jongen die onderweg de bus instapt soms ook nog gaan jodelen? Nee, hij wil de passagiers alleen pillen tegen allerlei enge aandoeningen verkopen.
Cuenca, onze volgende halteplaats, wordt aan alle kanten omringd door het mooie alpenlandschap. Het is een gezellige stad met mooie koloniale gebouwen en met een zeer levendig uitgaanscentrum. De specialiteit van de stad is de productie van Panama-hoeden, die hier door vrouwen in klederdracht worden gedragen. Die hoeden hebben overigens niets met Panama te maken, maar werden ooit voor het eerst door de Spanjaarden via deze stad naar Europa geëxporteerd.
Na twee heerlijke dagen ( vooral ook heerlijk gegeten) in Cuenca verder naar een klein plaatsje in de Andes: Alausi. Vandaag was er de drukke zondagsmarkt aan de gang, met veel volk uit de wijde omgeving. En dat levert weer een paar mooie plaatjes op!

Hasta proxima.