Oxford

Oxford is natuurlijk beroemd vanwege de universiteit. Dé universiteit bestaat eigenlijk uit een heleboel kleinere universiteiten, de “colleges”. Deze colleges - er zijn er zo’n 40 - bezitten in Oxford complexen van verschillende grootte, met gebouwen, binnenplaatsen, tuinen en sportvelden. Hier worden studenten gehuisvest (verplicht het eerste jaar), sporten ze, en volgen onderwijs. Elk college biedt meerdere studies aan; ze zijn niet in iets gespecialiseerd. Om het hoge niveau van de universiteit te waarborgen is er een centraal orgaan, dat voor alle colleges de professoren benoemt, studieprogramma's vaststelt, en alle examens afneemt.
De colleges worden gefinancierd door hier afgestudeerde weldoeners, en door studenten, want om hier te mogen studeren moet je behalve hoge cijfers ook flink wat ponden meebrengen.

Wij stonden met de camper in het plaatsje Old Marston, zo’n 6 km buiten Oxford, op het parkeerterrein van de pub “The Red Lion”. (we zijn lid geworden van een club waardoor we bij 900 pubs in Engeland op het parkeerterrein mogen overnachten). Van hieruit fietsten we naar “Christ Church College”, het grootste college van Oxford. Het is het college van de Engelse adel, dat tot op heden 13 premiers voortbracht. Het is heel groot, de tradities druipen er vanaf, Engelser kan het allemaal niet.

Na ons dagje Oxford reden we door de Cotswolds, een prachtige streek met kleine dorpjes met aparte huisjes van zandsteen. We wandelden door de plaatsjes Broadway en Chipping Campden. Behalve de schattige huisjes zag ik in Broadway nog iets bijzonders. In Engeland blijkt er een organisatie te bestaan die ijvert voor het behoud en onderhoud van publieke toiletten. En zij organiseren ook een “Loo of the Year-competition”. Ik heb in Broadway het genoegen gesmaakt te piesen in de platina-winnaar van 2017!